In 2000 is er verschuiving te zien ten aanzien van kwaliteit in de ouderenzorg. Waar deze kwaliteit vooral op de werkvloer lag begeeft deze zich naar een staffunctie die voorschrijft wat kwaliteit is en hoe dat gemeten moet worden. Na een kritisch rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in 2010 is een aantal zorgaanbieders in 2011 gestart met de inzet van kwaliteitscoaches. Het doel van deze inzet was om in korte tijd verbeterslagen te maken rond de medicatieveiligheid, de BOPZ en het cliëntdossier (Myszka,2015).
Vanaf 2015 kwam de kwaliteitscoach in opmars, omdat er negatieve signalen kwamen over de kwaliteit van zorg in de ouderenzorg. Met de komst van de kwaliteitsgelden ontstond er in 2018 een hype rondom het inzetten van verpleegkundig kwaliteitscoaches. Met de kwaliteitsgelden wilde de overheid een impuls geven aan de kwaliteit van ouderenzorg. De verpleegkundig kwaliteitscoach werd ingezet als schakel tussen beleid, praktijk en kwaliteit.
Eind 2022: hoe staat het er nu voor met de verpleegkundig kwaliteitscoaches. Zelf denk ik dat deze rol en positie wat onder druk komt te staan. En dat is jammer. Hieronder deel ik mijn perspectief op de kansen, aandachtspunten en trends als het gaat om verpleegkundig kwaliteitscoaches.
Vertaling kwaliteitskaders naar de werkvloer
Verpleegkundig kwaliteitscoaches hebben een belangrijke rol in het inzichtelijk maken van de kwaliteit van zorg op de werkvloer mede door het volgen en versterken van de PDCA-cyclus. Het kwaliteitskader komt zo tot leven bij de zorgmedewerkers. Het coachen van de medewerkers in de nabijheid wordt als helpend ervaren, medewerkers voelen zich gehoord en gezien. Mooie kansen dus, met de inzet van verpleegkundig kwaliteitscoaches in de (ouderen)zorg.
Invulling en niveau in organisatie verschillen sterk
In de praktijk zie ik dat er ook knelpunten zijn. Het komt regelmatig voor dat er onduidelijkheid is over taken, rollen en verantwoordelijkheden. Daardoor worden de verpleegkundig kwaliteitscoaches voor allerhande zaken gevraagd en ingezet. Soms worden ze ingezet als impliciet leidinggevende zonder mandaat. En er ontstaan discussies over wel of niet meetellen in het rooster, wel of niet meewerken in zorg, wel of geen kantoorfunctie, MBO verpleegkundige of HBO verpleegkundige. Zo zie ik ook dat de rol van verpleegkundig kwaliteitscoaches binnen een organisatie sterk kan verschillen.
Naast persoonlijke voorkeuren speelt de vraag en invulling van de leidinggevende hierbij een belangrijke rol. Door deze zaken wordt de rol en positie van de verpleegkundig kwaliteitscoach onduidelijk. En dat gaat ten koste van de effectiviteit. Een gemiste kans volgens mij.
Weer vaker aan het bed of andere taken
In de afgelopen periode zie ik verschuivingen optreden in de rol van verpleegkundig kwaliteitscoach. Mede door de personele schaarste worden ze vaker gevraagd om ‘mee te draaien in de zorg’. Of ze worden teamleider, omdat de span of control voor de manager te groot is geworden. Zo wordt er ingezet op meer aandacht voor medewerkers. De zoektocht rond de functie, de rolonduidelijkheden en de beperkte ruimte die soms ervaren wordt voor feitelijke kwaliteitscoaching maakt dat er ook verpleegkundig kwaliteitscoaches zijn die een andere baan gaan zoeken. En daarmee gaat vaak veel kennis, ervaring en passie verloren.
Volgens mij zijn verpleegkundige kwaliteitscoaches onmisbaar in de ouderenzorg, maar daarbij is het zaak goed na te denken over de randvoorwaarden die nodig zijn om hen succesvol én met plezier hun werk te laten uitvoeren. Coachen is een vak apart.
Tips voor goed gebruik van deze veelzijdige teamspelers
Effectieve inzet van verpleegkundig kwaliteitscoaches? Een paar vragen om mee te nemen:
- Voor welk probleem is de verpleegkundig kwaliteitscaoch de oplossing?
- Wat zijn de primaire taken van de verpleegkundig kwaliteitscoach? Waar zijn ze van en waar zijn ze niet van?
- In welk grotere geheel komen de verpleegkundig kwaliteitscoaches terecht? Hoe wordt de rol ingebed in de organisatie?
- Hoe verhoudt de verpleegkundig kwaliteitscoach zich tot andere functionarissen, zoals manager, kwaliteitsfunctionaris, verpleegkundigen, opleiders? Is iedereen het hier over eens?
- Welke competenties en opleidingsniveau past bij de voorgenomen rol en positie?
- Welke waardering en mandaat zijn nodig om de functie aantrekkelijk te maken en houden?
- Hoe vindt de koppeling met de werkvloer plaats? Wel of niet meewerken in het rooster?
- Hoe faciliteert de organisatie onderling delen, leren en ontwikkelen? Bijv. via intervisie?
Het lijkt me nuttig om kennis en ervaring over de inzet van de verpleegkundig kwaliteitscoach te delen.
Meer weten of sparren: graag!
Bel of mail gerust (06) 2163 7438 of D.Menninga@deimpulsvoordezorg.nl.
Bron: Myszka-Jansen, L. (2015). Zijn wij ouder en wijzer geworden? Kwaliteit van zorg. Nr 6, P37-39. Vilans,2022. Kwaliteitstrajecten Waardigheid en trots onderzocht (Hugo de Jonge reageert) Waardigheid en trots,2022. De rol en positionering van de kwaliteitsverpleegkundige.